De bijnaam “de buik van Parijs” is niet bedacht als reclamez logan, maar ligt echt in de geschiedenis: eeuwenlang vormde het Halles-kwartier het belangrijkste marktgebied van de stad, waar ‘s nachts de voorraden aankwamen die de Parijzenaars moesten voeden.
In het hart van het 1e arrondissement, vlakbij de huidige Canopée, stonden grote metalen hallen die in de 19e eeuw onder Napoléon III werden opgetrokken. Vlees, vis, groenten, kaas, brood… Hier haalden de handelaren hun voorraad om de straten van Parijs te voorzien van verse voedingsmiddelen.
Bij het eerste licht bruisde de sfeer: bakfiets na bakfiets, het geroep van de verkopers, de geuren van vers gezette koffie en verse croissants… De wijk leefde volgens het ritme van de maag van de Parijzenaar. Schrijver Émile Zola zag dat heel goed en bracht deze wereld tot leven in zijn roman Le Ventre de Paris uit 1873.
Op haar hoogtepunt verwelkomde Les Halles dagelijks tot wel 20.000 arbeiders, die zich in een ononderbroken stroom verplaatsten tussen vrachtwagens, bouchers, visverkopers en marktkoopmannen. Hier was werkelijk alles te vinden wat je maar kon eten — en nog veel meer. Het centrum was zo strategisch gelegen en zo essentieel voor het leven in Parijs dat de bijnaam “de buik” vanzelf voor de hand lag.
Maar deze concentratie van leven bracht ook nadelen met zich mee: onhygiënische omstandigheden, drukte en vervuiling. Vanaf de jaren zestig worden de Hallen geleidelijk afgebroken en verhuisd naar Rungis, waar de grootste verse-produktenmarkt ter wereld zijn intrede doet.
De vertrek van de markt liet een groot gat achter… dat vandaag de dag is opgevuld door een gemoderniseerde wijk, een mengeling van winkelcentrum, tuin, bibliotheek en cultuurcentrum. De Canopée, geopend in 2016, symboliseert deze transformatie. Hoewel de paviljoenen van Baltard niet meer bestaan (de overblijfselen ervan zijn nog te bewonderen in Nogent-sur-Marne), de geest van de Hallen leeft nog altijd in het collectieve geheugen van de Parijzenaren.
Wist je dat? Er is nog maar één overblijfsel van de voormalige Halles de Paris, in Nogent-sur-Marne.
Nummer 8, de enige overgeblevene van de twaalf ijzeren en glazen paviljoens die Victor Baltard ontwierp om het commerciële hart van Parijs te moderniseren, staat nu in Nogent-sur-Marne. Het is een waardevolle getuigenis van de industriële architectuur van het Tweede Keizerrijk en geniet sinds 1976 van een tweede leven als locatie voor evenementen. [Lees verder]
Deze pagina kan elementen bevatten die met AI zijn ondersteund, meer informatie hier.



Wist je dat? Er is nog maar één overblijfsel van de voormalige Halles de Paris, in Nogent-sur-Marne.














