Het Café de Flore , een bezienswaardigheid in Saint-Germain-des-Prés, is veel meer dan alleen maar een Parijs café. Het is een plaats van herinnering, een theater van het intellectuele Parijs en een openluchtbioscoop waar een deel van deliteraire en culturele geschiedenis van de 20ᵉ eeuw werd geschreven.
Al meer dan een eeuw passeren denkers, kunstenaars, sterren en voorbijgangers de muren, allemaal aangetrokken door de magnetische uitstraling van dit charmante café. Een instituut dat, meer dan een decor, een belangrijke speler blijft in het Franse culturele leven.
Café de Flore werd geopend in de jaren 1880, op het hoogtepunt van de bruisende wijk Saint-Germain-des-Prés. Het ontleende zijn naam aan een standbeeld van Flore, de godin van de lente en bloemen, dat ooit aan de overkant van de boulevard Saint-Germain stond. Het café trok al snel een elegante klantenkring aan die kwam genieten van het zonnige terras, de gezellige sfeer en de nabijheid van artistieke en intellectuele kringen. In de loop der jaren groeide het café uit tot een gebouw van twee verdiepingen, met een zaal op de begane grond met een art-decodecor dat sinds de jaren 1930 onveranderd is gebleven - rode bankjes, houten lambrisering, gepatineerde spiegels, witmarmeren tafels, zinken en koperen details. De charme is er nog steeds.
Vanaf de jaren 1920 werd het Café de Flore een trefpunt voor schrijvers, kunstenaars en filosofen. Apollinaire, Picasso, André Breton, Raymond Queneau en Paul Éluard ontmoetten elkaar er. De surrealistische geest hing in de lucht. Tijdens de oorlog bleef het café een toevluchtsoord voor ideeën en debatten, bezocht door verzetsstrijders en intellectuelen. Maar het was in de jaren 1940 en 1950 dat het café zijn hoogtepunt bereikte. Het echtpaar Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir vestigden er hun hoofdkwartier. Sartre schreef, discussieerde en gaf zelfs les in een hoek van de kamer boven, die werd beschouwd als zijn onofficiële kantoor. Het café werd het hoofdkwartier van het existentialisme, een kruispunt van ideeën, vriendschappen, breuken en creaties. Later drukten Juliette Gréco, Boris Vian, Albert Camus, Truman Capote, James Baldwin en Marguerite Duras er hun stempel. Elk tijdperk voegt zijn eigen laag toe aan de mythe.
In 1994 opende Café de Flore een nieuw literair hoofdstuk met de creatie van de Prix de Flore, het geesteskind van Frédéric Beigbeder. Elk jaar wordt de prijs toegekend aan een jonge auteur met een originele en moderne stijl (Michel Houellebecq, Virginie Despentes, Amélie Nothomb hebben allemaal gewonnen), met een cheque en een glas gegraveerd met de naam van de auteur, gevuld met Pouilly-Fumé, dat een jaar lang in Le Flore gedronken mag worden. Deze brutale, vrijgevochten prijs weerspiegelt het DNA van de plek: een adres dat durf, moderniteit en een voorliefde voor letters viert.
Tot op de dag van vandaag is Café de Flore zowel een doorgangs- als een bedevaartsoord. Mensen komen hier om te kijken, te schrijven, te kletsen of gewoon om een warme chocolademelk te drinken met een potje slagroom. Het menu, trouw aan de traditie van Parijse brasserieën, biedt gekookte eieren, croques-monsieur, tarte Tatin en slakken. Het is deze unieke mix van vergane glorie en het gewone leven dat de magie van Le Flore maakt; een plek waar de tijd zich uitstrekt, waar ideeën in de lucht zweven, waar elke tafel het decor had kunnen zijn voor een roman, een film of een beslissende ontmoeting.
Plaats
Café de Flore
172, Boulevard Saint-Germain
75006 Paris 6
Officiële site
cafedeflore.fr











